Cuypersbibliotheek
Terwijl mijn eerste boek onlangs opnieuw een positieve recensie kreeg (in het blad KIJK-Geschiedenis, zie
hier) ben ik intussen volop bezig met wat hopelijk te zijner tijd mijn tweede boek wordt. Het onderwerp daarvan wordt de herontdekking van het oude Egypte, met name de grote expedities en vroege archeologen in de negentiende eeuw. In de loop van deze honderd jaar zijn er verschillende belangrijke boekwerken verschenen die het Egypte van de farao's stukje bij beetje aan de vergetelheid hebben onttrokken. In mijn eigen boek "weef" ik het verhaal van de herontdekking rondom een aantal van die egyptologische klassiekers, waaronder enkele grote boeken vol prachtige prenten. In principe is het meeste hiervan tegenwoordig online te vinden, maar zoals ik in mijn vorige weblog al schreef: als je zo nadrukkelijk over bepaalde boeken schrijft, dan is het goed om ze ook eens in het écht te bekijken en door te bladeren. Na eerder de atlas van Blaeu in de Enkhuizer
Librije, de
Description de l'Égypte in het
Teylers Museum, Belzoni's boek in het
RMO, de
Précis du système hiéroglyphique in het
Museum Meermanno en de
Monuments de l'Égypte et de la Nubie in de Leidse
universiteitsbibliotheek te hebben bekeken, heb ik gister mijn zesde bibliotheekbezoek gebracht. Ditmaal stond het Rijksmuseum in Amsterdam op het programma, waar de bibliotheek net als de rest van het museumpand ontworpen is door de beroemde architect Pierre Cuypers. De naar hem vernoemde
Cuypersbibliotheek geldt als de oudste én grootste kunsthistorische bibliotheek van heel Nederland en heeft bijna een half miljoen boeken in de collectie. Deze zijn in principe voor iedereen in te zien, al moet je je wel vooraf aanmelden en een specifiek boek reserveren. Is dat gebeurd, dan mag je vervolgens lezen in de leeszaal van Cuypers. Met zijn verdiepingen vol boeken, wenteltrap en glazen koepelplafond is dit een waar kunstwerk, zoals u op onderstaande foto kunt zien.
De leeszaal van de Cuypersbibliotheek in het Rijksmuseum
De boeken die ik heb bekeken in de bibliotheek betroffen
drie grote pillen vol prenten van de Schotse schilder David Roberts. Deze autodidact, zoon van een arme schoenlapper, bezocht Egypte in de jaren 1838-1839 om er verschillende schetsen te maken. Terug op de Britse eilanden verwerkte hij deze tot een serie prenten die vervolgens werden uitgebracht in een aantal boeken. Hierop zijn de Egyptische tempels te zien zoals deze er destijds nog bijlagen: deels ondergestoven door opgewaaid zand en veelal in mindere of meerdere mate beschadigd. Verder zijn er veel bootjes afgebeeld op de Nijl, soms een palmboom en op veel prenten een karavaan of groepje gesluierde Egyptenaren. Van auto's op de voorgrond, elektriciteitsmasten en flatgebouwen op de achtergrond, zoals je die tegenwoordig overal hebt, was toen natuurlijk nog geen sprake. Het geeft de prenten van Roberts een verstilde, dromerige uitstraling. De oude tempels als verlaten ruïnes uit een verloren tijd, in een landschap waar de moderne wereld even ver weg lijkt. De boeken waren medio negentiende eeuw een groot succes en ook tegenwoordig zijn er boekjes en ansichtkaarten met Roberts' Egyptische oeuvre te koop. Én hij komt dus uitgebreid ter sprake in het zesde hoofdstuk van mijn boek!
Een van de boeken van David Roberts, opengeslagen bij een prent van de Kolossen van Memnon
Over bibliotheken gesproken was ik onlangs overigens in Haarlem. In het kader van Open Monumentendag bezocht ik er de bibliotheekzaal van Teylers Museum, het oude stadhuis en paviljoen Welgelegen: het Noord-Hollandse provinciehuis. Op de fotopagina van deze website vind u een paar foto's hiervan. Een pand dat ik niet heb bezocht, is het Frans Hals Museum, maar als Enkhuizer zou ik daar eigenlijk een keer naartoe moeten. In hun collectie hebben ze namelijk een schilderij van Bernardus Paludanus, de Enkhuizer stadsdokter en verzamelaar over wiens Egyptische collectie ik een artikel heb geschreven voor het jaarboek Steevast van de vereniging Oud Enkhuizen. In mijn weblog van een jaar geleden schreef ik dat ik toen volop bezig was met het betreffende artikel, inclusief een bezoekje aan Leiden. Dat laatste is niet voor niets gebleken, want vorige week was het zover en plofte de nieuwe Steevast op de mat, mét een flink artikel over Bernardus Paludanus en zijn Egyptische collectie! Het is misschien iets taaier dan wat ik doorgaans schrijf voor bijvoorbeeld Archeologie Magazine, maar dat is met name omdat er over dit onderwerp veel in nevelen is gehuld. De informatie moest overal en nergens vandaan komen en in veel gevallen zijn de gegevens onzeker, waardoor ik woorden moest gebruiken als 'mogelijk', 'zou kunnen', 'waarschijnlijk' en 'niet zeker'. Dit maakt het lastiger om een vloeiend verhaal te maken - schrijven is wat dat betreft altijd schipperen tussen leesbaarheid en feitelijkheid. Voor dat laatste moet je eigenlijk alle mitsen en maren meenemen, maar om een stuk een beetje vloeiend te houden kun je ook weer niet álles noemen en moet je soms wat dingen samenvatten of overslaan.
Paludanus en Egypte, mijn artikel in Steevast
Tot slot nog iets heel anders, naar aanleiding van de laatste etappe (Medemblik-Enkhuizen) van de wandelroute Westfriese Omringdijk die ik laatst heb gelopen. Behalve de nodige ganzen bij Onderdijk vielen me namelijk opvallend veel witte reigers op. Waar je ze voorheen zelden zag, lijken ze tegenwoordig veel vaker te zien. Hoewel veelal ver weg in het water, heb ik een paar foto's van deze sierlijke vogels kunnen maken, waarvan eentje nét op het moment dat hij met zijn snavel het water doorkliefde om een visje te vangen. Zou het toeval zijn, al die witte reigers langs de dijk? Ligt het aan mij en lette ik voorheen gewoon niet op? Of komen ze daadwerkelijk vaker voor in Nederland? Als ik de Vogelbescherming mag geloven, is dat laatste het geval. Reigers in Nederland doen het uitstekend, kopt een bericht op hun site. Goed nieuws dus! Overigens heet de witte reiger officieel 'grote zilverreiger', wat misschien nog wel een mooiere naam is. En mooi, dat zijn deze vogels zeker.
Een zilverreiger bij Onderdijk vangt een visje