Lezen en lopen

12 september 2025

Na ruim een halfjaar van "publicitaire stilstand" verschenen er vorige maand kort achter elkaar twee artikelen van mij. Eerst de nieuwe National Geographic Historia, met daarin een kort artikel over sportman-farao Amenhotep II, en een kleine twee weken later in het augustus-nummer van Archeologie Magazine een artikel over de Egyptische verzameling van de Enkhuizer stadsdokter Bernardus Paludanus. Dat laatste stuk is een samenvatting van een veel uitgebreider artikel over dit onderwerp dat binnenkort verschijnt in het jaarboek van de vereniging Oud Enkhuizen. Dit lijkt misschien wat veel, twee stukken over hetzelfde onderwerp, maar Paludanus is die aandacht zeker waard. Naar alle waarschijnlijkheid was de Egyptische collectie van deze zeventiende-eeuwse stadsdokter namelijk de oudste Egyptische verzameling van heel Nederland - iets ouder zelfs dan de vroegste wortels van het Leidse Rijksmuseum van Oudheden. Toch wel bijzonder voor zo'n kleine stad!

Mummies in Enkhuizen, onlangs verschenen in Archeologie Magazine

De Egyptische verzameling van Paludanus past in het bredere thema van de herontdekking van het oude Egypte: het onderwerp van mijn tweede boek. In hoofdstuk 1 komt hij heel kort ter sprake, maar wat schrijven betreft ben ik inmiddels aanbeland bij hoofdstuk 6. Het onderwerp hiervan is een fenomeen dat bekendstaat als egyptomanie, de fascinatie van moderne mensen voor het Egypte van de farao's. Dit kom je op allerlei terreinen tegen: van een Egyptisch servies dat verscheen na de expeditie van Napoleon tot een neo-Egyptische tempel in de dierentuin van Antwerpen, en van moderne sfinxen in het Europese straatbeeld tot schilders in de negentiende eeuw die het oude Egypte verwerkten in hun doeken. Om mijn hoofdstuk hierover te kunnen schrijven ben ik verschillende boeken aan het lezen, onder andere een grote pil met daarin schitterende prenten van de Schotse kunstenaar David Roberts (1796-1864), die een belangrijke rol heeft in mijn boek. Zijn tekeningen tonen de monumenten van het oude Egypte zoals deze er zo'n twee eeuwen geleden bijlagen, inclusief opgewaaide zandduinen en omgevallen stenen. Geschilderd in pasteltinten geven ze een dromerig beeld van plaatsen als Karnak, Philae en Dendera, die in de negentiende eeuw goed verkochten in het door egyptomanie bevangen Europa. Zelfs koninging Victoria was in Roberts' prenten geïnteresseerd!

Een herdruk van het boek van David Roberts, opengeslagen bij een plaat van de tempel van Karnak

In een vorig weblog schreef ik over hoe verdwenen grafreliëfs en tempels in Egypte, gesloopt in de negentiende eeuw, nog een klein beetje voortleven op oude tekeningen. Dit is het thema van hoofdstuk 5 van mijn boek, waarvoor ik in verschillende boeken kleine stukjes informatie heb gevonden over een tiental verdwenen monumenten. Tijdens dit lees- en schrijfwerk bedacht ik me ineens dat dit onderwerp wellicht óók iets zou kunnen zijn voor een artikel in een tijdschrift. Dankzij het werk aan mijn boek stond de informatie reeds op een paar notitievellen, en op basis daarvan heb ik vervolgens vrij makkelijk een "blokjes-artikel" kunnen schrijven: een algemene intro met daarna zes losse "blokjes" tekst, elk over één verdwenen tempel. Van Antinoöpolis (een volledig afgebroken Romeinse stad) tot Zuid-Taffeh (het verdwenen "broertje" van de tempel in het Leidse RMO). Het tijdschrift KIJK-Geschiedenis, waarin eerder een stuk van mij heeft gestaan over acht weinig bekende maar interessante farao's, was meteen geïnteresseerd en sneller dan verwacht is het stuk deze maand al verschenen. Samen met Paludanus en Amenhotep II staat de "artikelen-teller" daarmee in anderhalve maand tijd op drie stuks!!

Egyptes verdwenen tempels, mijn artikel voor het tijdschrift KIJK-Geschiedenis

Over verdwenen monumenten gesproken is het interessant om nog even aan te stippen dat dit niet alleen speelde in Egypte. In mijn eigen Enkhuizen werd eind negentiende eeuw bijvoorbeeld de Ketenpoort gesloopt: een oude stadspoort die was gebouwd in de Tachtigjarige Oorlog en die eeuwenlang dienst had gedaan, tot hij in 1886 werd afgebroken. Op de website van Archeologie West-Friesland staat een interessant stukje over deze poort, compleet met een oude tekening en zelfs een oude foto. Net als Antinoöpolis en de zuidelijke tempel van Taffeh heeft ook dit monument de voorvorige eeuw niet overleefd, en net als de Egyptische gebouwen uit mijn artikel voor KIJK-Geschiedenis leeft ook de Ketenpoort thans alleen nog voort op papier. Een monument dat eveneens verdwenen is, zij het al honderden jaren eerder dan de negentiende eeuw, is kasteel Nuwendoorn, vlakbij het dorpje Krabbendam. Afgelopen tijd heb ik in etappes een groot deel van de Westfriese Omringdijk gelopen en op de etappe Alkmaar-Schagen kwam de route langs dit verdwenen monument. Of er van Nuwendoorn oude prenten zijn weet ik niet, maar ook dit stukje verloren geschiedenis leeft nog een klein beetje voort: in de vorm van een moderne uitkijktoren met de contouren van het vroegere kasteel. Ironisch was overigens wel dat deze toren wegens bouwvalligheid niet te beklimmen was... Ook hier moeten we het dus met tekeningen doen, of iets moderner: met foto's.

Uitkijktoren in de vorm van het verdwenen kasteel Nuwendoorn, vlakbij Krabbendam (ten zuidwesten van Schagen)